Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Maar gij zult ze [10]ganselijk verbannen: de Hethieten, en de Amorieten, en de Kanaanieten, en de Ferezieten, de Hevieten, en de Jebusieten, gelijk als u de HEERE, uw God, geboden heeft; 10. Hebreeuws, verbannende verbannen. Zie boven, hfdst.2 vs.34.